Vrijwilliger Elisabeth Kisakye heeft samen met haar man en dochter angstige momenten doorgemaakt toen de provincie Manica in Mozambique werd geraakt door cycloon Idai. In haar rapport uit het veld vertelt ze over verschrikking die miljoenen anderen nu ondergaan.

“Het afgelopen jaar is er veel werk verzet door VSO, door vrijwilligers in Mozambique voor te bereiden op dergelijke rampen. Maar ik had me nooit een voorstelling kunnen maken van de omvang van de verwoesting door cycloon Idai.

Ik werk als communicatievrijwilliger in Chimoio, in de provincie Manica in Mozambique. Ik was net vrijwilligers uit de gemeenschap aan het trainen, toen we te horen kregen dat de cycloon eraan zou komen.”

Code rood

“De cycloon was volop in het nieuws. We kregen e-mails van onze directeur en code rood werd afgegeven. Ik was bang. Mijn man en ik komen uit Oeganda, een land dat niet aan zee grenst, dus we hebben dit nog nooit meegemaakt.

Er gingen geen vluchten meer. De wegen dreigden te overstromen omdat de rivieren al erg hoog stonden. Dus we besloten dat we zouden blijven waar we waren, omdat het daar het veiligst was.”

Opgesloten in huis

“We kregen het advies om voedsel en water in te slaan voor het geval we een tijdje ons huis niet uit zouden kunnen. Dat advies bleek niet overbodig! Ik zat samen met mijn eenjarige dochtertje Emmanuele drie dagen lang thuis opgesloten. Zonder elektriciteit, stromend water of telefonisch bereik.

Op de tweede dag begon het steeds harder te waaien. Er vloog van alles door de lucht. We werden gewaarschuwd om uit de buurt van de ramen te blijven, omdat dat te gevaarlijk was. Je kon geraakt worden door rondvliegend puin.”

De nasleep

“Toen we weer naar buiten konden zagen we veel schade. Overal lagen takken en loshangende kabels. We waren bang om geëlektrocuteerd te worden. Na het zien van een buurman beseften we hoeveel geluk we hadden gehad. Zijn huis was volledig verwoest, terwijl dat van ons nog overeind stond.

Na een tijdje was de communicatie hersteld en kwamen de verontruste berichten van vrienden en familie binnen. Na de berichten en het zien van het nieuws, kwam het besef van de volledige omvang van de ramp.

Elke dag sterven er mensen aan infecties. Steeds meer mensen die vermist waren, blijken te zijn overleden. In ons dorp hebben we ongeveer 30 mensen verloren. Op andere plaatsen is het dodental veel hoger.

De kustplaats Beira is bijna volledig verwoest en ligt onder water. De mensen in Beira en Manica zijn wanhopig. Kinderen zijn hun ouders verloren en hebben geen dak meer boven hun hoofd. Mensen zijn hun huis kwijt zijn en vrezen de toekomst.

Er wordt nu geschat dat 2,6 miljoen mensen zijn getroffen door de overstromingen. Maar het is heel moeilijk om die mensen te bereiken, dus het is echt een inschatting. De cijfers zullen de komende dagen zeker stijgen.”

Een oproep voor hulp

VSO-vrijwilligers zijn direct aan de slag gegaan met noodhulp en zorgen ervoor dat er hulpgoederen gaan naar Beira, een van de zwaarst getroffen steden.

Maar dat is niet voldoende. Na de noodhulp zullen Mozambikanen ondersteuning nodig blijven hebben. Er zijn meer dan 6.000 huizen, 18 ziekenhuizen en vele scholen in Mozambique verwoest.

Een grote groep lokale vrijwilligers van VSO uit heel Mozambique biedt hulp. Ze distribueren water, voedsel en dekens, maar helpen ook door het bieden van psychosociale ondersteuning.

JA, IK WIL DONEREN »