Tanzania is gezegend met een overvloed aan natuurlijke en minerale hulpbronnen. Vooral goud vormt meer dan twee derde van de export. Ondanks dit feit worden veel vrouwen en jongeren uitgesloten van de sector, waardoor ze niet profiteren van de welvaart die deze hulpbronnen creëren. 

Deze ontginning draagt ook direct bij aan klimaatverandering en wordt in verband gebracht met gezondheidsrisico’s. In zo’n omgeving kan het vinden van meer milieuvriendelijke vormen van inkomstenverwerving een groot verschil maken. 

Vrouwen blijven achter

Merry, 55, is getrouwd en heeft drie kinderen. Ze woont in Geita een gebied in Noordwest-Tanzania met veel natuurlijke hulpbronnen. Ook al heeft de regio goud, diamanten en andere metalen in overvloed, blijft armoede wijdverspreid. 

In Merry’s gemeenschap zijn sommige mensen betrokken bij de mijnbouw, terwijl anderen actief zijn in de kledingindustrie, restaurants en kleinschalige landbouw. Merry is kleermaker en maakt schooluniformen en heren- en dameskleding. 

Vrouwen als Merry staan voor tal van uitdagingen. Ze verdienen vaak niet genoeg om hun gezin te onderhouden, voornamelijk omdat het vinden van werk in de mijnbouw – de grootste werkgever in de regio – voor hen moeilijk is. In grootschalige mijnbouwbedrijven zijn vaak hoogopgeleide werknemers, zoals geologen en technici, nodig. Helaas zijn er maar weinig vrouwen gekwalificeerd voor deze functies, waardoor mannen oververtegenwoordigd zijn in deze beroepen. 

Een traditionele visie op de rol van mannen en vrouwen en discriminatie blijven ook een probleem voor veel vrouwen. Volgens Merry: 

“In sommige kleinschalige mijnbouwlocaties worden vrouwen nog steeds beschouwd als een bron van ongeluk, vanwege de mythe dat ze goud laten verdwijnen, vooral tijdens hun menstruatie. Vrouwen worden ook vooral gezien als de primaire verzorgers van hun huishouden.”

De duistere kant van mijnbouw

Hoewel de mijnbouw de sociaaleconomische ontwikkeling van Tanzania stimuleert, worden veel bedrijven bekritiseerd vanwege hun betrokkenheid bij schendingen van mensenrechten en kinderarbeid. Bovendien veroorzaakt het gebruik van giftige materialen gezondheidsproblemen. 

“Mensen in mijn gemeenschap worden ziek door kwikvergiftiging. Soms overlijden kinderen wanneer ze in open mijnschachten vallen, die door kleinschalige mijnbouwbedrijfjes worden gegraven omdat ze zoeken naar goud. Sommige mannen verlaten zelfs hun gezin in hun jacht op het kostbare metaal”, legt Merry uit. 

De mijnbouwsector heeft ook een nadelige impact op het milieu, door rivieren en meren te vervuilen met giftige chemicaliën. Tegelijkertijd neemt de ontbossing toe, wanneer mensen bomen kappen om naar goud te zoeken. Mijnbouw zorgt daardoor ook voor een groot deel van de wereldwijde ontbossing.  

De buzz en opwinding van een nieuw alternatief

Dankzij VSO hebben deze vrouwen nu toegang tot alternatieve milieuvriendelijke inkomsten, door bijvoorbeeld bijenteelt.  

VSO vrijwilligers Emeka Enwe (Finland) en Dotto Joseph (Tanzania) hebben samen vrouwen opgeleid tot imker. De vrouwen leerden bijenkorven te moderniseren, hoe bijen beschermd moeten worden en hoe de honing verwijderd kan worden. Dankzij jullie steun is Merry nu wekelijks actief als bijenhouder, waar ze veel profijt van heeft. 

“Honing is een winstgevend product en makkelijk uit te voeren. Het is ook beter voor het milieu omdat het de aanplanting van bomen bevordert in plaats van ze om te hakken. Dit helpt om verdwenen vegetatie terug te brengen en moedigt de gemeenschap aan om slimmer met het milieu om te gaan.”, legt Merry uit. 

Jongeren buitengesloten

Echter, niet alleen vrouwen ondervinden de invloed van de mijnbouw. Ook jongeren ervaren problemen. Monica is een twintiger die ook in de Geita regio woont. Hoewel ze opgroeide en onderwijs kon volgen, had ze moeite om schoolgeld, het schooluniform, schrijfgerei en eten te betalen. Monica is een onofficiële bemiddelaar en handelaar in de mijnbouwsector. Ze koopt gruis met sporen van goud en verkoopt ze aan goudhandelaren om ze te laten verwerken. 

Veel jongeren geloven dat alleen de mijnbouwsector als toekomstperspectief biedt. Sommige jongeren, zoals Monica, zijn erin geslaagd om iets te verdienen in de goudhandel, maar het betaalt meestal slecht. Monica legt uit dat de mensen die in de mijnen werken van buiten de regio komen. Dat komt omdat veel jongeren hun school verlaten en dus niet de benodigde kwalificaties bezitten. Daardoor is er een tekort aan de technische kennis en vaardigheden waar de arbeidsmarkt om vraagt. 

Monica noemt nog andere uitdagingen die de mijnbouwsector meebrengt. “In de gemeenschap ontstaan conflicten als er ergens in de regio nieuwe grondstoffen worden ontdekt, wat leidt tot verdeeldheid. En natuurlijke rivieroevers zijn opgedroogd als gevolg van het verdwijnen van het bos.”, zegt Monica. Daarnaast is het werk lichamelijk zwaar: mensen als Monica werken lange dagen in uitdagende omstandigheden. 

Een alternatieve inkomstenbron

Tegenwoordig kunnen VSO vrijwilligers zoals Dotto, met jullie hulp, deze jongeren begeleiden om hun volle potentieel te ontwikkelen. “Wij betrekken jongeren bij iedere fase van het project, zodat de meest kwetsbare groepen zelf invloed hebben om hun eigen ontwikkeling te sturen. Als vrijwilligers zetten we hen in hun kracht om dat te realiseren.”, legt Dotto uit. 

Dotto bracht andere economische kansen in de regio onder de aandacht van de jongeren in de regio en velen hadden interesse in het bijenhouden. “Het was niet makkelijk om te stoppen met de mijnbouw. De meesten waren afhankelijk van de goudhandel. Maar we zien nu zoveel mogelijkheden, die bovendien duurzaam en fatsoenlijk zijn, en bijenhouden is daar één van”, zegt Isack Joshua, een van de mensen die het jongerenproject helpt aan te sturen. 

De jongeren kregen een opleiding voor het houden van bijen, maar leerden ook over de beste manieren om het oerwoud te beschermen en herstellen, over klimaatactivisme en hoe fatsoenlijke banen en economische groei te bevorderen.  Dankzij VSO nemen jongeren ook deel aan de pluimveesector, boombeplanting en tuinbouwinitiatieven. 

Kijken naar de toekomst

Merry en Monica hebben grote lange-termijn ambities. Merry heeft hoop: “Als groep streven we ernaar om de toonaangevende honingproducenten van de Geita regio te worden. We zijn vastbesloten moderne technologie toe te passen in alle fases van het bijenhouden, van het oogsten van de honing tot de verpakking waarmee we het willen verkopen. Voor mijn familie wil ik dat we onze inkomsten kunnen optimaliseren en dat we ons eigen bijenproject kunnen starten.  

Monica wil ook haar eigen honingmerk opzetten. Ze hoopt dat gemeenschappen minder afhankelijk worden van mijnbouw en zich juist richten op klimaat-slimme landbouwmethodes.