Ezekiel Esipisu is Hoofd Programmaontwikkeling en Beleid bij VSO en gevestigd in Zuid-Afrika.

“Ik ben bij VSO gaan werken vanwege de mensgerichte benadering. Ik heb voor veel ontwikkelingsorganisaties gewerkt, maar hier was ik echt van onder de indruk. Het werken aan de hand van bewijs, reflecterend zijn in ons werk, verantwoording afleggen.

We zijn ook doelgericht in onze benadering. We geloven in de kracht van inclusie, van leave no one behind, van het doorbreken van structurele barrières.

En we werken als een van de weinigen op plekken komen die moeilijk te bereiken zijn. Daar werken we écht samen met de gemeenschappen aan duurzame verandering door de community volunteers. Deze vrijwilligers spreken de taal van de gemeenschap en nemen verantwoording voor het project.

Een van de dingen waar ik enorm trots op ben, is ons werk voor meisjes die niet naar school gaan. Velen raakten op jonge leeftijd zwanger en werden uitgehuwelijkt. Ze waren overgeleverd aan de grillen van hun schoonfamilie. Hét recept voor een volgende zwangerschap. Met onze projecten in Kenia (RELI), Nepal (ENGAGE) en Mozambique (EAGLE) helpen we deze meisjes om weer de regie te krijgen over hun eigen leven en onafhankelijker te zijn. Dat is echt geweldig.

Dat doen we niet alleen met basisonderwijs en beroepsopleidingen, maar ook door te kijken naar het systeem eromheen. Zoals het benoemen van regelingen als kinderalimentatie en kinderbijslag, waar vooral in plattelandsgemeenschappen nauwelijks kennis over bestaat. Maar vooral ook door stigma’s te doorbreken. Want hoewel twee mensen betrokken zijn bij een zwangerschap, veroordeelt niemand de jonge mannen. Zij gaan door met hun leven. Om dit traditionele denken aan te pakken, gaan we het gesprek aan met mannen, ouderen en de ouders van de meisjes. Op dat gebied is VSO echt een leider. Niet veel organisaties proberen het traditionele denken aan te pakken. Maar persoonlijk denk ik dat een project anders geen kans van slagen heeft.

De tragedie met nogal wat ontwikkelingsorganisaties is dat veel projecten een paar jaar financiering krijgen, om vervolgens te stoppen.

Daarom zetten we monitoringsmechanismen op met de lokale overheid, zodat zij het kunnen opvolgen. En we stimuleren dat meisjes de opgedane kennis overdragen op andere meisjes en de generaties na hen. Dit is ook het principe van het mentor-vervolgprogramma, meisjes die fungeren als rolmodellen en jongere meisjes blijven ondersteunen. Zoals bij het project in Nepal, waar ‘Big Sisters’ een fundamentele rol spelen.

Ik heb veel meisjes horen zeggen hoezeer onze projecten hen hebben geholpen en dat ze nooit hadden gedacht zoveel te kunnen bereiken. Ook bij de Commision on the Status of Women, de VN conferentie in maart 2023 in New York, waar we een side event organiseerden over dit onderwerp. Een tienermoeder uit Mozambique vertelde hoezeer dit project haar positief heeft beïnvloed. Vanwege de positie die ze nu bekleedt en hoe de gemeenschap nu naar haar kijkt, is ze een inspiratie voor heel veel jonge vrouwen. En dat geeft mij ook kracht en inspiratie.”